Dit hoofdstuk zet de grondslagen en kaders uiteen waarlangs de begroting 2018-2021 is uitgewerkt. Hierbij gaat het onder meer om de te hanteren indexpercentages, prognoses over woningbouwontwikkeling en belastingen en tarieven.

Omschrijving

Grondslag

Lonen (incl. sociale lasten)

2,80% ten opzichte van de vorige begroting

Prijzen

1,90% (1,6% prijsindex 2018  + 0,3% nacalculatie 2017)

Subsidies

2,74%

Onroerende zaakbelasting

1,90%

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting

1,90%

Parkeerbelasting / naheffingsaanslagen parkeerbelasting

1,57% / 1,90%

Toeristenbelasting

0%

Overige belastingen

1,90%

Leges en Tarieven

Kostendekkend

Rekenrente

2,5%

Algemene uitkering

Meicirculaire 2017

Omschrijving

2018

2019

2020

2021

Woningen

69.700

70.700

71.700

72.700

Inwoners

154.231

155.079

156.054

157.285

Lonen, prijzen en subsidies
Voor de looncompensatie is uitgegaan van de loonvoet sector overheid uit het Centraal Economisch Plan 2017 (2,8%). Dit was ook het uitgangspunt voor de berekening van de salarislasten in de kadernota 2018. De VNG en vakbonden hebben inmiddels op 4 juli 2017 een principe akkoord voor de cao gemeenten gesloten. Deze nieuwe cao loopt van 1 mei 2017 tot 1 januari 2019. Deze cao wordt na opstellen van de begroting 2018 pas definitief. Daarnaast worden aanpassingen in de pensioenpremie en de sociale lasten verwacht. Deze zullen eveneens effect zullen hebben op de salarislasten. Vooralsnog is het totale financiële effect van de aanpassingen in cao, pensioenpremie en sociale lasten nog onzeker en is voor de begroting 2018 vastgehouden aan de 2,8%. Bij de burap 2018 zullen de salarislasten indien nodig worden bijgesteld.

Uitgangspunt bij de prijscompensatie is de prijs netto materiële overheidsconsumptie uit het Centraal Economisch Plan 2017. Deze is voor 2018 1,6%. Daarnaast zijn de prijzen in 2017 0,3% meer gestegen dan begroot. In totaal geeft dit een prijsindex van 1,9% ten opzichte van de begroting 2017.
De verhoging van de subsidies is een afgeleide van de loonstijging en de prijsstijging. Hierbij telt de loonstijging voor 70% en de prijsstijging voor 30% mee. Voor 2018 betekent dit een stijging van 2,74% ten opzichte van de begroting 2017.

Belastingen
De onroerendezaakbelasting (OZB), Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting en overige belastingen worden verhoogd met de prijsindex (1,90%).
De tarieven parkeerbelasting zijn op € 0,05 afgerond naar beneden. Hierdoor bedraagt de gemiddelde prijsindexering 1,57%. Naheffingen worden met 1,90% geïndexeerd.
Bij de toeristenbelasting is geen indexering doorgevoerd, zodat de belasting in 2018 kan worden gehandhaafd op het ronde bedrag van € 3,- per overnachting.

Leges en tarieven
Voor leges en tarieven geldt als uitgangspunt 100% kostendekkendheid, tenzij andere afspraken zijn gemaakt. In de afvalstoffenheffing is het op 29 juni door de raad aangenomen amendement ‘Aanbieden grofvuil’ (2017/4384) bij het grondstoffenplan Zaanstad verwerkt.

Rekenrente
De rekenrente is 2,5%. Vanwege fluctuaties in de rente wordt jaarlijks bekeken of deze aangepast moet worden. Bij de begroting 2017 was het percentage nog 3%.

Ontwikkeling inwoners en woningen
De ontwikkeling van het aantal inwoners en woningen zijn belangrijke parameters in de verdeling van de algemene uitkering en dus ook voor het aandeel van de gemeente Zaanstad. Deze cijfers zijn daarnaast het uitgangspunt bij de berekening van de algemene uitkering, opbrengst onroerendezaakbelastingen en opbrengsten bouwleges.