Meerjarenraming 2018-2021
Uitgangspunt voor de meerjarenbegroting 2018-2021 is het financieel perspectief uit de Kadernota 2018-2021. In de kadernota zijn de autonome ontwikkelingen en preprioritaire besluiten, zoals het Actieplan Poelenburg, het Programma Ondermijning en het Programma Zaanstadpromotie en –toerisme, verwerkt in de meerjarenbegroting. Daarnaast is een aantal belangrijke (financiële) keuzes gemaakt, waaronder:

        • De vorming van een risicobuffer BUIG (€ 7,5 miljoen), voor het dekken van het tekort op het uitkeringsbudget en het treffen van maatregelen om het tekort terug te dringen.
        • De meerjarige dekking van de invoeringskosten van de Omgevingswet (€ 1,7 miljoen)
        • Een formatieuitbreiding bij het stedelijk domein als motor voor de ontwikkeling van Zaanstad
        • Het oplossen van enkele financiële knelpunten in het sociaal domein
        • Een verhoging van investeringsbudget Onderwijshuisvesting (IHP 17.1)

Voor de begroting 2018 zijn de financiële ontwikkelingen na vaststelling van de kadernota in kaart gebracht. Deze worden hierna op hoofdlijnen toegelicht. De begrotingswijzigingen zijn per programma in deze begroting te raadplegen. Onderstaande tabel laat zien dat het college de gemeenteraad een meerjarig sluitende begroting kan presenteren. 

                (Bedragen * € 1.000)

2018

2019

2020

2021

Stand kadernota 2018-2021

732

-413

-519

194

Autonome ontwikkelingen

-4.346

-5.101

-4.908

-6.300

Preprioritaire besluitvorming

198

198

198

158

Actualisatie staand beleid

533

32

256

207

10 prioriteiten uit Kadernota 2018

1.685

1.803

1.567

1.584

Intensivering beleid

1.365

3.065

3.063

3.238

Totaal

167

-416

-343

-919

Egaliseren begrotingssaldo

-167

167

Stand begroting 2018

0

-246

-343

-919

Tabel 1 meerjarenraming 2018-2021
 
Inzet vrije ruimte
Het financieel meerjarenbeeld sluit over vier jaar met een positief saldo van € 1,5 miljoen. In dit beeld is, naast de financiële gevolgen van autonome ontwikkelingen, preprioritaire besluitvorming en actualisaties van staand beleid, een flink aantal aanvullende beleidsintensiveringen verwerkt. Deze intensiveringen waren al in de kadernota 2018 aangekondigd. Door de gunstige ontwikkeling in de meicirculaire van het gemeentefonds, en dan vooral door de stijging van lonen en prijzen op de rijksbegroting, kan de gemeente blijven investeren in de mens, de groei en kwaliteit van de stad.

De resterende ruimte in de meerjarenbegroting wordt nu niet ingezet. Deze middelen blijven beschikbaar voor onzekerheden waar de gemeente ook het komend jaar nog mee te maken heeft. Daarbij moet gedacht worden aan de volgende ontwikkelingen:

        • Bij het opstellen van deze begroting waren de coalitieonderhandelingen en de besprekingen over een nieuw regeerakkoord nog niet afgerond. De uitkomsten kunnen gevolgen hebben voor de taken en de financiële positie van gemeenten.
        • De afgelopen jaren is met de Sociaal Wijkteams en Jeugdteams geïnvesteerd in de eerstelijns zorg. De gewenste daling van het beroep op de tweedelijns voorzieningen is echter nog niet zichtbaar. De oorzaken zijn divers en de periode van deze nieuwe aanpak te kort om conclusies te kunnen trekken. Tegelijkertijd daalt de rijksbijdrage voor deze taken in de komende jaren. Naast deze ontwikkelingen wordt ook het jeugdhulpstelsel in 2018 vernieuwd. De veranderingen in het sociaal domein zijn groot en gaan gepaard met (financiële) onzekerheden.

Dit neemt niet weg dat het college de gemeentebegroting in goede conditie kan overdragen aan een volgend bestuur. Dat is het gevolg van de keuzes die in deze en voorgaande begrotingen gemaakt zijn. Denk daarbij aan:

        • De vervangingsinvesteringen die voor de komende tien jaar in kaart zijn gebracht en financieel in de meerjarenbegroting zijn vertaald
        • De professionalisering van het risicomanagement en het op orde zijn van het weerstandsvermogen
        • Het naar eigen inzicht vaststellen van de budgetten voor onderwijshuisvesting, waarbij de normbedragen van het rijk zijn losgelaten
        • De middelen die voor de transitie op het sociaal domein, de buig-aanpak en de invoering van de omgevingswet zijn middelen vrijgemaakt
        • Het gemeentelijk personeel dat is uitgebreid om ambities op het gebied van Maak.Zaanstad waar te kunnen maken
        • Het Investeringsfonds dat in deze begroting een substantieel hogere structurele voeding krijgt
        • De vorming van het Transformatiefonds om de woningbouw te versnellen

Achtereenvolgens worden hierna de autonome ontwikkelingen, de preprioritaire besluitvorming, de actualisatie van staand beleid en de nieuwe beleidskeuzes en intensiveringen die in de begroting 2018 zijn opgenomen, toegelicht.

Autonome ontwikkelingen

 (Bedragen * € 1.000)

2018

2019

2020

2021

Algemene uitkering gemeentefonds

-3.286

-4.046

-3.749

-5.136

Ozb opbrengsten

-865

-865

-865

-865

Loon- en prijsbijstelling

-195

-190

-294

-299

Totaal autonome ontwikkelingen

-4.346

-5.101

-4.908

-6.300

Tabel 2 Autonome ontwikkelingen 2018-2021

Algemene uitkering gemeentefonds

Op basis van de meicirculaire van het gemeentefonds is de algemene uitkering voor Zaanstad berekend. De berekening geeft een positief beeld. De accressen, de bijstellingen als gevolg van de ‘samen de trap op en samen de trap af systematiek’, zijn in 2018 en de daarop volgende jaren hoger dan de stand in de Kadernota 2018. Dit is vooral veroorzaakt door de loon- en prijsontwikkelingen op de rijksbegroting. Een tweede oorzaak ligt in de woningbouwplannen. Hierdoor stijgt het aantal woningen, het aantal inwoners en verdicht de gemeente Zaanstad. Samen resulteert dat in voordelige “hoeveelheidsverschillen”. De accressen zijn vrij besteedbaar.

De circulaire is beleidsarm, want er is nog geen nieuw kabinet. De geraamde accressen kunnen in een volgend kabinet aanzienlijk anders uit pakken zodra de landelijke begroting wordt aangepast. Dit kan in negatieve of in positieve zin gevolgen hebben voor Zaanstad.

Naast het accres zijn er bijstellingen op de gemeentefondsuitkering als gevolg van taakmutaties
(- € 0,2 miljoen) en aanpassingen in de integratie en decentralisatie uitkeringen. Zo wordt het stimuleringsprogramma Gezond in de Stad (GIDS) voortgezet in de jaren 2018 tot en met 2021. Dit kost jaarlijks € 0,15 miljoen.

De integratie-uitkeringen sociaal domein stijgen vooral als gevolg van loon- en prijsbijstellingen. Het gaat dan om de budgetten voor de Wmo en jeugd. De stijging bedraagt € 2,8 miljoen in 2018 en 2019 en € 3,2 miljoen vanaf 2020.

Ook de participatiebudgetten zijn omhoog bijgesteld als gevolg van de loon- en prijsbijstellingen. Tegelijkertijd heeft een correctie op het participatiebudget WSW plaatsgevonden. Het budget wordt in het vervolg verdeeld op basis van de ‘betalende gemeente’ in plaats van de ‘woongemeente’. Hierdoor ontvangt de gemeente € 0,9 miljoen in 2018 tot € 0,7 miljoen in 2022 minder, maar hoeft zij ook minder te betalen.  

Voor een gedetailleerde toelichting verwijst het College naar de raadsinformatiebrief 2017/29074, waarin de gemeenteraad voor het zomerreces is geïnformeerd over de financiële gevolgen van de meicirculaire.

OZB-opbrengsten
De OZB-opbrengsten nemen vanaf 2018 structureel toe door de ingebruikname van het Justitieel Complex en het Zaans Medisch Centrum. Daarnaast is meer dan gemiddeld bijgebouwd in 2016 en is de waarde van de nieuwbouwwoningen aanmerkelijk hoger. Hierdoor nemen de OZB-opbrengsten toe. In totaal gaat het om bijna € 0,9 miljoen extra OZB-inkomsten.

Loon- en prijsbijstelling
Bij de Kadernota zijn de loon- en prijsindices vastgesteld en in het meerjarenbeeld doorgerekend. Bij de Begroting vindt hierop een correctie plaats ten gunste van de begrotingsruimte. Dit is het gevolg van de doorrekening van tarieven, waardoor een deel van de indexeringslasten worden gedekt. De bonden en de VNG hebben op 4 juli een principeakkoord gesloten over de nieuwe cao voor gemeenten. Daarnaast worden ook in de pensioenpremies en sociale lasten wijzigingen verwacht. Hoe deze wijzigingen per saldo uitpakken op de gemeentebegroting is op dit moment nog niet duidelijk. De financiële effecten zullen bij de burap 2018 en kadernota 2019 worden verwerkt.

Preprioritaire besluitvorming

De gemeenteraad heeft in het voorjaar 2017 een aantal besluiten genomen die in de begroting financieel zijn verwerkt.

(Bedragen * € 1.000)

2018

2019

2020

2021

Vrijstelling precariobelasting

48

48

48

48

Motie LHBT

40

40

40

Echte burgerparticipatie

110

110

110

110

Totaal preprioritaire besluitvorming

198

198

198

158

Tabel 3 Preprioritaire besluitvorming

Vrijstelling precariobelasting
Op 18 mei 2017 heeft de raad een besluit genomen over de vrijstelling voor het betalen van precariobelasting op evenementen. Het gevolg is dat de gemeente met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2017 € 0,05 miljoen minder belastinginkomsten ontvangt.

Motie LHBT
De raad heeft op 8 juni 2017 de motie LHBT aangenomen bij de vaststelling van de Kadernota 2018. Daarin is besloten om bij de begroting een bedrag van € 0,12 miljoen voor drie jaar te reserveren om de Regenboog- activiteiten te continueren en nieuwe activiteiten mogelijk te maken. De financiële effecten van deze motie zijn verwerkt in de begroting.

Echte burgerparticipatie

Op 20 juli 2017 heeft de raad drie voorstellen aangenomen om burgerparticipatie te bevorderen. Het gaat om de initiatiefvoorstellen De wijk is van iedereen, Zaanse motiemarkt en het Lagerhuisdebat. Voor de organisatie en uitvoering hiervan is jaarlijks € 0,11 miljoen in de begroting opgenomen.

Actualisatie staand beleid
Voor enkele begrotingsposten worden (meerjarig) de budgetten aangepast als gevolg van vertraging in uitvoering, nieuwe inzichten of vernieuwing huurcontracten. Het betreft in dit geval geen nieuwe beleidskeuzes, maar een aanscherping van de meerjarenraming op basis van de uitvoering van staand beleid. De grootste effecten worden apart toegelicht.

(Bedragen * € 1.000)

2018

2019

2020

2021

Actualisatie vervangingsinvesteringen MIP (inclusief IHP)

-9

-555

-397

-344

Herijking programmakosten en kapitaallasten IHP

-285

-130

25

-

Aanpassing raming dekking bedrijfsvoeringkosten

290

290

290

290

Multiculturele samenleving

-

100

100

100

Overige bijstellingen < € 0,1 miljoen

537

327

238

161

Totaal actualisatie staand beleid

533

32

256

207

Tabel 4 Actualisatie staand beleid 2018-2021

Actualisatie vervangingsinvesteringen MIP
Ten behoeve van de begroting worden de investeringsuitgaven jaarlijks geactualiseerd naar de meest recente verwachtingen. De belangrijkste aanpassingen in de begroting 2018 zijn:

        • De meerjarige effecten op de kapitaallasten als gevolg van de aanpassingen in investeringsuitgaven 2017, zoals opgenomen in de burap 2017
        • De wijzigingen in fasering van de investeringen in onderwijshuisvesting, zoals opgenomen in het Integraal Huisvestingsprogramma Primair Onderwijs (IHP 17.2)
        • De verhoging van de investering in de Zaanbrug (€ 0,7 miljoen)

De aanpassingen leiden in de eerste jaren per saldo tot lagere kapitaallasten dan eerder begroot.

Herijking programmakosten en kapitaallasten IHP
De programmakosten van het IHP zijn deels in de exploitatie opgenomen en deels toegerekend aan de investeringen. Vanaf 2017 worden de zogenaamde kopkosten van het IHP gedekt uit de exploitatie. Kopkosten zijn de kosten die niet direct aan de projecten toegerekend kunnen worden, zoals de kosten van de programma- en procesmanager. De overige voorbereidings- en toezichtskosten (circa € 1 miljoen) worden als investering geactiveerd. Deze herijking leidt tot een voordeel in de exploitatie in 2017 t/m 2019 en een verhoging van de kapitaallasten in latere jaren (opgenomen in de actualisatie van het MIP).

Aanpassing raming dekking bedrijfsvoeringkosten
In de begroting is een raming van € 0,41 miljoen opgenomen om de kosten van bedrijfsmiddelen te dekken door toerekening van uren x tarief aan opdrachten uit projecten en andere programma’s. Mede als gevolg van een reorganisatie en het wegvallen van een deel van de opdrachten is deze begrote dekking niet meer haalbaar. In de organisatie is nog maximaal 12.000 uur capaciteit beschikbaar voor de inzet voor projecten en overige programma’s. Deze 12.000 uur genereert maximaal € 0,12 miljoen aan dekking. Dit betekent een structureel nadeel van € 0,29 miljoen.

Multicultureel samenleven
De opbrengsten van de pilot multicultureel samenleven in de afgelopen twee jaar tonen aan dat het loont om te investeren in integratie, participatie en de verbinding van Zaankanters met een migratieachtergrond. De preventieve aanpak draagt bij aan het tegengaan van polarisatie en radicalisering. Daarom worden vanaf 2019 structureel middelen vrijgemaakt om de huidige aanpak voort te kunnen zetten. In 2018 biedt het vluchtelingenbudget nog dekking. Hiermee wordt opvolging gegeven aan de bij kadernota 2018-2021 aangenomen motie formatie multiculturele samenleving.

Overige bijstellingen < € 0,1 miljoen
De actualisatie van de begroting leidt op een aantal plaatsen tot kleinere aanpassingen op de begroting. Het gaat onder meer om kosten voor:

        • De organisatie van de raadsverkiezingen in 2018
        • Een onderzoek naar verbeteringen voor visueel gehandicapten in het centrumgebied van Zaandam (VN-verdrag)
        • Het in 2018 en 2019 kunnen blijven stimuleren van zelfbouw en bijzondere woonvormen, naar aanleiding van de positieve evaluatie van het project Zelfdoen
        • Het structureel betrekken van burgers bij het onderhoud van de openbare ruimte
        • De jaarlijkse OZB-lasten voor Zwembad Noord en sporthal Koog aan de Zaan en de VVE-lasten voor buurtcentrum de Kaaik
        • Aanpassingen in huurkosten en -opbrengsten als gevolg van tijdelijke huur van lokalen voor de Internationale schakelklas (ISK) en de bouw van kinderopvangruimte
        • Een recruiter werving en selectie
        • De tijdelijke versterking van de afdeling financiën en hogere accountantskosten door strengere eisen van de toezichthouder AFM op de controle door de accountant en wijzigingen in rijksregelgeving.

10 prioriteiten uit Kadernota
In de kadernota 2018 is een lijst met tien onderwerpen opgenomen waarover is afgesproken dat deze prioriteit krijgen nu de algemene uitkering in de meicirculaire financieel voordeel geeft. Hieronder zijn deze onderwerpen en de toekenning van de extra middelen toegelicht.

 (Bedragen * € 1.000)

2018

2019

2020

2021

Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt

75

75

75

75

Buurthuizen

250

250

250

250

Domusvoorziening

400

400

400

400

Opvang zwerfjongeren

360

360

360

360

Uitbreiding speelruimte (afschrijvingslasten)

18

32

49

Verhogen exploitatiebijdrage Zaans Museum

350

350

350

350

Monetjaar

90

Verplaatsing molenmuseum

250

Zaanradio/tv

60

Sportevenementen

100

100

100

100

Totaal 10 prioriteiten uit Kadernota 2018-2021

1.685

1.803

1.567

1.584

Tabel 5 10 prioriteiten uit Kadernota 2018-2021

Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
In Zaanstad is een omvangrijk aantal bedrijven gevestigd. Binnen verschillende sectoren werkt voor een deel ongeschoold, lager en middelbaar opgeleid personeel. Om de sectoren sterk te houden, te innoveren, de werknemers perspectief te bieden én toekomstige werknemers met de juiste competenties op te leiden, moet de mismatch tussen vraag en aanbod tussen onderwijs, werkgevers en werknemers worden verkleind. Met de extra middelen kan de gemeente verschillende bijeenkomsten en evenementen (co-)financieren en op regionaal niveau een bijdrage leveren aan initiatieven op het thema Onderwijs-Arbeidsmarkt/Leven Lang Leren. 

Buurthuizen
De negentien buurthuizen in Zaanstad zijn in de afgelopen jaren verzelfstandigd. In 2017 is een evaluatie uitgevoerd naar het nieuwe Zaans buurthuizenbeleid. Het beeld dat de evaluatie laat zien is dat de zelfstandige besturen hortend en stotend groeien in hun rol en dat de maatschappelijke waarde van buurthuizen verder toeneemt. Maar ook dat de basis nog kwetsbaar en niet voldoende op orde is. Voor 2018 en verder wordt een structurele verhoging van het buurthuisbudget van jaarlijks € 0,25 miljoen gevraagd. Dit om de buurthuizen verder te ontzorgen en (nog) beter in hun kracht te zetten. Deze structurele bijdrage geeft tevens invulling aan de bij kadernota 2018 aangenomen motie Buurthuizen knelpunten oplossen door maatwerk.

Domusvoorziening
Voor de opvang van inwoners met een combinatie van een psychische aandoening, verstandelijke beperking en/of verslaving zijn de bestaande voorzieningen niet altijd passend. Soms heeft dat tot gevolg dat deze mensen binnen en buiten de bestaande voorzieningen rondzwerven. Dit omdat ze vaak niet in staat zijn om zich te houden aan de regels, overlast veroorzaken en de eigen veiligheid of die van anderen in gevaar brengen. Een vicieuze cirkel voor deze personen en ook voor de eigenlijke doelgroep van de voorzieningen. De gemeente Zaanstad wil samen met andere partijen in het veld een passend aanbod voor deze groep overlast gevende inwoners ontwikkelen. Zodat ook zij opvang kunnen krijgen.

Opvang zwerfjongeren
Zaanstad heeft zo'n vijftig jongeren zonder vaste woon- of verblijfruimte. Ze zijn veelal tussen de 18 en 23 jaar oud en hebben vrijwel allemaal te maken met meerdere problemen. Denk hierbij aan geen inkomen, schulden, geen school/werk, alcohol en drugsgebruik, een verstandelijke beperking en/of psychiatrische problematiek. Bij ondersteuning van deze jongeren gaat het bij uitstek om maatwerk. Daarin voorzien de huidige voorzieningen onvoldoende. De gemeente Zaanstad wil daarom het zorg- en woonaanbod voor deze doelgroep uitbreiden, de toegang tot goede opvang met de betrokken zorgorganisaties en woningcorporaties verbeteren en de uitstroom naar zelfstandige woonvormen bevorderen.

Uitbreiding speelruimte (afschrijvingslasten)
Op 18 mei 2017 heeft de raad het Speelruimtebeleidsplan 2017 (2017/6576) aangenomen. Bij deze begroting worden middelen vrijgemaakt om het nieuwe beleid in dit plan te kunnen uitvoeren. Het gaat onder meer om een uitbreiding van vijf speelplaatsen, de aanleg van twee natuurspeelplaatsen en de aanleg van wifipunten.

Verhogen exploitatiebijdrage Zaans Museum
Het Zaans Museum vervult voor de gemeente een museale kernfunctie in de Zaanstreek. Deze functie heeft de laatste jaren een prominentere rol gekregen. Het bezoekersaantal van het Zaans Museum is de afgelopen jaren gegroeid van 70.000 naar 110.000 bezoekers per jaar. De organisatie van het museum is echter niet meegegroeid en dit leidt tot personeelsproblemen. De extra gemeentelijke bijdrage wordt daarom ingezet voor personeelsuitbreiding en ontwikkeling van een streekmuseum naar een (boven)regionaal museum. Het museum kan meer bezoekers trekken. Als er meer bezoekers naar Zaanstad komen, wordt de aantrekkelijker en interessanter. Meer mensen en bedrijven zullen zich hier dan willen vestigen. Dat draagt bij aan de lokale werkgelegenheid (vooral in het lagere segment) en meer omzet voor de horeca, winkelgebieden en toeristische ondernemers.

Monetjaar
De jaren 2021 en 2026 staan in het teken van Monet. Zaanstad gebruikt deze momenten om zichzelf op de kaart te zetten. Het jaar 2018 wordt gebruikt als jaar om in de aanloop naar de jaren 2021 en 2026 de plannen uit te werken en tot resultaat te komen.

Verplaatsing Molenmuseum
Sinds 2012 spreekt de gemeente met de Vereniging Zaansche Molen (VZM) over het verplaatsen van het molenmuseum. De verplaatsing en de bouw van een nieuw molenmuseum kost ongeveer € 3,25 miljoen. Om het plan te kunnen realiseren stelt de gemeente € 0,25 miljoen en de verkoopopbrengsten van het huidige museum aan het VZM beschikbaar. Daarnaast vraagt het VZM een lening of garantstelling aan de gemeente en hebben zij zicht op sponsoring en een reeds bij elkaar gespaard bedrag. Een en ander wordt in een separaat besluit aan de raad voorgelegd.

Zaanradio/tv
De verhoogde subsidie van subsidie van € 60.000 voor 2018 voor Zaanradio/RTVI Zaanstreek wordt pas toegekend na goedkeuring van de Zaanse raad. Dit omdat er binnen 3 maanden een Zaanstad Beraad gehouden moet zijn over de nieuwe organisatiestructuur, plannen over de professionaliseringsslag, welke (extra) activiteiten worden uitgevoerd en met welke kwaliteit.
In het najaar van 2018 volgt er een Zaanstad Beraad met de stand van zaken en beoordeling van de prestatieafspraken waarna er besloten wordt of en hoeveel er voor het komende jaar 2019 of de komende jaren gereserveerd zal worden.

Sportevenementen
In de afgelopen jaren heeft Zaanstad diverse sportaccommodaties gebouwd die geschikt zijn voor het organiseren van (grote) sportevenementen. Sportevenementen vergroten de aantrekkelijkheid van de stad en geven een economische impuls. De evenementen stimuleren de talentontwikkeling bij jongeren. Qua evenementen kan gedacht worden aan een WK en EK volleybal, langebaanzwemkampioenschappen op de Zaan of een karate-evenement. Het gaat om evenementen die aansluiten bij de identiteit van Zaanstad.

Intensivering beleid

(Bedragen * € 1.000)

2018

2019

2020

2021

Actieplan Poelenburg

350

550

409

409

Buurthuis Poelenburcht

15

15

50

130

Investeringsfonds

1.000

2.500

2.500

2.500

Investeringen onderhoud openbare ruimte (afschrijvingslasten)

-

-

104

199

Totaal intensivering beleid

1.365

3.065

3.063

3.238

Tabel 6 Intensivering beleid 2018-2021

Actieplan Poelenburg (deels preprioritair)
Bij het vaststellen van het Actieplan Poelenburg en Peldersveld (2017/1918) is gekozen voor uitbreiding van het voorschoolse aanbod van 2½ naar 2 jaar voor de groep kinderen met een VVE-indicatie voor vier dagdelen per week. Uit verdere verdieping met betrokken partijen is een aantal verbeterpunten op het huidige actieplan voortgekomen. Samengevat komt het erop neer dat de doelgroep wordt uitgebreid naar álle kinderen en dat ouders meer en beter worden betrokken. De raad heeft met deze uitbreiding van het actieplan en de bijbehorende middelen in 2018 en 2019 ingestemd (2017/28441). Om na 2019 een vervolg aan de pilot te kunnen geven, zijn in de meerjarenbegroting structureel middelen vrijgemaakt.

Buurthuis Poelenburcht
Buurthuis de Poelenburcht verkeert in slechte staat verkeert en is (te) klein voor de huisvesting van de buurthuisfunctie en de andere maatschappelijke functies in de wijk. Om die reden is de gemeente op zoek gegaan naar een duurzame, structurele oplossing voor de huisvesting van het buurthuis en de maatschappelijke functies. Na een zorgvuldige inhoudelijke en financiële afweging kiest het college er nu voor om op zoek te gaan naar huisvesting in nieuwbouw voor de Poelenburcht. Dit is de meest duurzame en meest efficiënte oplossing. Bij de uiteindelijke afweging zal een centrale ligging, beschikbare ruimte en kosten een belangrijke rol spelen. In de nieuwe accommodatie moet in ieder geval plaats zijn voor de buurthuisfunctie, het Sociaal Wijkteam, Jeugdteam en Centrum Jong. Waar mogelijk wordt ook samenwerking gezocht met andere partijen. Het college laat nu een definitief programma van eisen en ontwerp opstellen voor het maatschappelijk programma in Poelenburg. Op basis van dit definitieve ontwerp inclusief locatie zal door de gemeenteraad een definitief besluit kunnen worden genomen.

Investeringsfonds
Door de verwachte groei van Zaanstad richting de 200.000 inwoners, neemt ook de behoefte aan voorzieningen toe. Om in de toekomst investeringen te kunnen doen die samenhangen met en nodig zijn voor deze schaalsprong van Zaanstad, wordt met ingang van deze begroting de jaarlijkse dotatie aan het Investeringsfonds verhoogd tot € 5 miljoen. Op de langere termijn kan dit bedrag worden aangevuld met de afkoopsommen erfpacht. De hoogte van deze afkoopsommen is op voorhand moeilijk in te schatten, maar bij gunstige ontwikkelingen kan dit vanaf 2031 oplopen tot enkele miljoenen per jaar. Met de middelen uit het Investeringsfonds investeert Zaanstad nadrukkelijk in het toevoegen van kwaliteit. Dit omdat Zaanstad een duurzame, veilige en leefbare stad wil zijn en blijven.

Investeringen openbare ruimte
In het coalitieakkoord uit 2014 is ingezet op de lijn: niet inlopen van onderhoudsachterstanden in de openbare ruimte, maar ook niet laten oplopen. Deze lijn was destijds ingegeven door het feit dat we midden in de economische crisis zaten en de middelen ontbraken om achterstanden in te lopen. Nu de begroting 2018 meerjarig financiële ruimte laat zien, wordt kwaliteitsslag gemaakt. In 2018 worden de voorbereidingen getroffen om in de periode 2019-2023 jaarlijks € 1,9 miljoen extra te investeren in de openbare ruimte. Zodoende wordt de achterstand in onderhoud teruggebracht van 20% naar 15%. De afschrijvingslasten die hiermee gepaard gaan zijn in het financieel meerjarenbeeld opgenomen.

Investeringen
In de paragraaf Investeringen staan de verwachte uitgaven aan vervangingsinvesteringen, uitbreidingsinvesteringen en uitgaven ten laste van het Transformatiefonds toegelicht. Bij de vervangingsinvesteringen zijn het vooral de vertraging in de uitgaven aan onderwijshuisvesting en de extra investeringen in de openbare ruimte die de wijzigingen in het financieel meerjarenbeeld bepalen. Er treedt hierdoor vrijval op in de eerstkomende jaren. Op langere termijn nemen de lasten toe.
Bij de uitbreidingsinvesteringen, gedekt uit het Investeringsfonds, is € 12,3 miljoen aan reserveringen toegevoegd voor negen nieuwe projecten. Daaronder vallen omvangrijke investeringen als Warmtenet en de verbetering van de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad. Maar ook kleinere investeringen zoals enkele korte termijn maatregelen ten behoeve van de verkeersveiligheid rondom busbrug de Binding en de uitvoering van de Agenda toerisme.
Met betrekking tot het Transformatiefonds worden de eerste drie concrete plannen voor besluitvorming door de raad voorbereid. Het gaat om woningbouw in de Mauritsstraat, Hemmes en Kan Palen. Daarnaast zijn diverse bouwplannen in voorbereiding, waarbij mogelijk een beroep wordt gedaan op het Transformatiefonds.