Portefeuillehouder: J. Olthof
Programmadoelstelling en de rol van de gemeente
Zaanstad is een sociale gemeente waarin kinderen en jongeren gezond en veilig kunnen opgroeien en waar bewoners zich actief inzetten. Veel inwoners doen dat zonder hulp of inbreng van de gemeente. Voor inwoners die dat nodig hebben, is er passende ondersteuning; laagdrempelig en waar mogelijk dichtbij in de wijk. Onder andere in de vorm van Sociale Wijkteams (SWT’s) en Jeugdteams (JT’s) en verschillende vormen van maatschappelijke of inkomensondersteuning. Het doel is dat iedereen kan participeren, op eigen wijze en naar vermogen. Sinds 2015 heeft de gemeente de verantwoordelijkheid voor het beleid en de uitvoering van de taken op het gebied van de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. Zaanstad vult deze taken op een andere manier in dan voorheen gebruikelijk was. De inwoner en zijn situatie staan centraal bij het zoeken naar een evenwicht tussen kwaliteit van zorg en het beschikbare budget. Samen met hulpvragers wordt gekeken naar wat nodig is. Soms vinden zij zelf al een oplossing met hun netwerk en/of vrijwilligers. Als dat niet lukt, biedt de gemeente ondersteuning, hulp of behandeling door professionals aan. Deze nieuwe manier van werken betekent dat de gemeente hulpvragen minder vaak overneemt. We richten ons erop dat bewoners de regie over hun eigen leven houden of terug krijgen. Voor kinderen en jongeren gaat het er om dat problemen in het opvoeden en opgroeien zo min mogelijk een belemmering vormen voor het leren en zij zich ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen. We proberen mensen die hulp zoeken op een laagdrempelige manier te ondersteunen bij het vinden van passende oplossingen. Hierbij staan centraal:
In de Zaanse aanpak ligt een sterke focus op samenwerken, proberen, leren en doorontwikkelen. Gaandeweg leren we wat werkt om onze visie te realiseren. We gaan uit van de menselijke maat en leveren maatwerk waar mogelijk en nodig. Dit vraagt veel van alle betrokken partijen, ook buiten de gemeente. Het vraagt vooral vertrouwen en tijd. Daarom willen we in ons leerproces en in onze nieuwe manier van werken voorkomen dat we terugvallen op regels en het overreageren op risico’s. Dit remt innovatie af en leidt mogelijk tot stijgende kosten en een versnippering van onze inspanningen. De nieuwe werkwijze weerspiegelt de stevige ambitie die Zaanstad heeft: uitgaan van de leefwereld van mensen, niet van systemen. Daar investeert de gemeente ook in, door de extra middelen vanuit het rijk daarvoor in te zetten onder de noemer 'slim investeren'. En kijkt hoe daarmee fundamenteel de beweging naar de voorkant gemaakt kan worden. Dit houdt in: problemen voorkomen of eerder opsporen en aanpakken, waardoor een beroep op zwaardere zorg zoveel mogelijk kan worden voorkomen. Soms gebeurt dat door professionals, maar ook hierbij benut de gemeente ook de kracht in de samenleving. Zo zijn er bijvoorbeeld ervaren vrijwilligers die ondersteuning bieden aan jonge ouders in kwetsbare situaties. Specifiek moet er aandacht zijn voor problematische echtscheidingssituaties, waarbij getrainde vrijwilligers ouders begeleiden om tot goede afspraken te komen over de omgang met de kinderen. Bij de Kadernota 2018 is aangegeven dat het risico bestaat dat de kosten voor de specialistische zorg ook in 2018 nog niet voldoende gaan dalen ten opzichte van het in de begroting beschikbare budget. De beweging naar de voorkant die is ingezet met de middelen van 'slim investeren' kost namelijk tijd. Wel zijn er in de meicirculaire vanuit het rijk voor 2018 en verder extra middelen beschikbaar gesteld voor zowel de Wmo als de jeugdhulp. |