Aandeel in het totaal

Doelenboom

Portefeuillehouder:      J. Olthof

Programmadoelstelling en de rol van de gemeente

Zaanstad is een sociale gemeente waarin kinderen en jongeren gezond en veilig kunnen opgroeien en waar bewoners zich actief inzetten. Veel inwoners doen dat zonder hulp of inbreng van de gemeente. Voor inwoners die dat nodig hebben, is er passende ondersteuning; laagdrempelig en waar mogelijk dichtbij in de wijk. Onder andere in de vorm van Sociale Wijkteams (SWT’s) en Jeugdteams (JT’s) en verschillende vormen van maatschappelijke of inkomensondersteuning. Het doel is dat iedereen kan participeren, op eigen wijze en naar vermogen.

Sinds 2015 heeft de gemeente de verantwoordelijkheid voor het beleid en de uitvoering van de taken op het gebied van de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. Zaanstad vult deze taken op een andere manier in dan voorheen gebruikelijk was. De inwoner en zijn situatie staan centraal bij het zoeken naar een evenwicht tussen kwaliteit van zorg en het beschikbare budget. Samen met hulpvragers wordt gekeken naar wat nodig is. Soms vinden zij zelf al een oplossing met hun netwerk en/of vrijwilligers. Als dat niet lukt, biedt de gemeente ondersteuning, hulp of behandeling door professionals aan. Deze nieuwe manier van werken betekent dat de gemeente hulpvragen minder vaak overneemt. We richten ons erop dat bewoners de regie over hun eigen leven houden of terug krijgen. Voor kinderen en jongeren gaat het er om dat problemen in het opvoeden en opgroeien zo min mogelijk een belemmering vormen voor het leren en zij zich ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen.

We proberen mensen die hulp zoeken op een laagdrempelige manier te ondersteunen bij het vinden van passende oplossingen. Hierbij staan centraal:

  • Preventie: We willen problemen graag voorkomen. We versterken daarvoor gericht  preventieve voorzieningen en zijn alert op signalen van ongewenste en problematische ontwikkelingen. We investeren in het vermogen tot signaleren bij basisvoorzieningen als kinderopvang en onderwijs.
  • Zelfstandigheid: wij stimuleren dat mensen binnen hun eigen netwerk oplossingen zoeken voor hun problemen of hulpvragen. Ook stimuleren we dat mensen anderen in hun omgeving helpen.
  • Ondersteuning op maat: mensen voor wie het informele netwerk geen of onvoldoende hulp biedt, kunnen een beroep doen op ondersteuning. Dat kan laagdrempelig en dichtbij. De SWT's en JT's bekijken samen met de bewoner/het gezin welke hulp nodig is.
  • Vangnet: voor de kwetsbaarste groepen is er een betrouwbaar en kwalitatief hoogwaardig vangnet.

In de Zaanse aanpak ligt een sterke focus op samenwerken, proberen, leren en doorontwikkelen. Gaandeweg leren we wat werkt om onze visie te realiseren. We gaan uit van de menselijke maat en leveren maatwerk waar mogelijk en nodig. Dit vraagt veel van alle betrokken partijen, ook buiten de gemeente. Het vraagt vooral vertrouwen en tijd. Daarom willen we in ons leerproces en in onze nieuwe manier van werken voorkomen dat we terugvallen op regels en het overreageren op risico’s. Dit remt innovatie af en leidt mogelijk tot stijgende kosten en een versnippering van onze inspanningen.

De nieuwe werkwijze weerspiegelt de stevige ambitie die Zaanstad heeft: uitgaan van de leefwereld van mensen, niet van systemen. Daar investeert de gemeente ook in, door de extra middelen vanuit het rijk daarvoor in te zetten onder de noemer 'slim investeren'. En kijkt hoe daarmee fundamenteel de beweging naar de voorkant gemaakt kan worden. Dit houdt in: problemen voorkomen of eerder opsporen en aanpakken, waardoor een beroep op zwaardere zorg zoveel mogelijk kan worden voorkomen. Soms gebeurt dat door professionals, maar ook hierbij benut de gemeente ook de kracht in de samenleving. Zo zijn er bijvoorbeeld ervaren vrijwilligers die ondersteuning bieden aan jonge ouders in kwetsbare situaties. Specifiek moet er aandacht zijn voor problematische echtscheidingssituaties, waarbij getrainde vrijwilligers ouders begeleiden om tot goede afspraken te komen over de omgang met de kinderen.

Bij de Kadernota 2018 is aangegeven dat het risico bestaat dat de kosten voor de specialistische zorg ook in 2018 nog niet voldoende gaan dalen ten opzichte van het in de begroting beschikbare budget. De beweging naar de voorkant die is ingezet met de middelen van 'slim investeren' kost namelijk tijd. Wel zijn er in de meicirculaire vanuit het rijk voor 2018 en verder extra middelen beschikbaar gesteld voor zowel de Wmo als de jeugdhulp.

1 Preventie

Kinderen en jongeren groeien in Zaanstad gezond en veilig op en ontwikkelen zich daarbij tot zelfstandige mensen. Ouders dragen daarin de belangrijkste verantwoordelijkheid. We proberen vroegtijdig problematiek te signaleren, waardoor zwaardere inzet wordt voorkomen. Dit gebeurt binnen de Centra Jong, door inzet van de Jeugdteams en groepsgericht aanbod vanuit het Cursusbureau. De gemeente Zaanstad wil zo veel mogelijk voorkomen dat kinderen en jongeren te maken krijgen met maatregelen op het gebied van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Daarnaast richten we ons op preventie rondom volwassenen. Een belangrijk onderdeel daarvan is het gezondheidsbeleid, bijvoorbeeld door het stimuleren van een gezonde levenswijze. Daarnaast is er ook aandacht voor preventie op andere terreinen zoals armoede en op het snijvlak van wonen en zorg. Ook van het werken met Sociale Wijkteams gaat een preventieve werking uit, omdat zij in een vroeg stadium de behoefte aan ondersteuning van mensen kunnen signaleren en oppakken, en specifiek als opdracht hebben om de kracht van de wijk en de bewoners te versterken.

Effectindicator

Nulmeting

Realisatie
2016

Begroting
2017

Begroting
2018

Streef-
waarde

Bron

Ouders beoordelen de gezondheid van hun kind (0-12 jaar) als goed tot zeer goed

96% (2011)

96%

96%

96%

96%

GGD (wordt 1x per 4 jaar gemeten)

Percentage volwassenen dat de eigen gezondheid een voldoende geeft

88% (2013)

86%

88%

88%

88%

Zaanpeiling

Jongeren beoordelen eigen gezondheid als voldoende tot heel goed

97,5%

97%

98%

98%

98%

EMOVO onderzoek 14-en 16-jarigen GGD ZW (wordt jaarlijks gehouden)

Percentage jongeren in klas 2 met (ernstig) overgewicht

19% (2013)

19%

16%

19%

15%

Jaarrapportage JGZ GGD Zaanstreek-Waterland

Percentage jongeren (tot 18 jaar) met jeugdbescherming

n.v.t.

0,9%

n.v.t. (BBV)

n.v.t. (BBV)

-

CBS

Percentage jongeren (12-23 jaar) met jeugdreclassering

n.v.t.

0,5%

n.v.t. (BBV)

n.v.t. (BBV)

-

CBS

Verwijzingen Halt (aantal per 10.000 jongeren)

n.v.t.

157,8

n.v.t. (BBV)

n.v.t. (BBV)

-

Bureau Halt

Harde kern jongeren (aantal per 10.000 inwoners)

1,0 (2014

-

n.v.t. (BBV)

n.v.t. (BBV)

-

KLPD

Jongeren met een delict voor de rechter (% 12 t/m 21 jarigen)

2,9% (2012)

-

n.v.t. (BBV)

n.v.t. (BBV)

-

Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel

Om deze doelstelling te bereiken leveren we de volgende prestaties

1.1 Veilige basis voor ieder kind

De opvoeding en verzorging van kinderen ligt bij de ouders. De gemeente zorgt met de integratie van de vijf Centra Jong en zes Jeugdteams voor informatie, diensten en voorzieningen die ouders kunnen helpen bij het opvoeden en goed laten opgroeien van hun kinderen. Voorzieningen in de wijken en buurten dragen bij aan het welbevinden van de jeugd. De gemeente stimuleert en ondersteunt initiatieven van bewoners, ouders en jongeren zelf. Wij informeren kinderen en jongeren over gezond en veilig leven. De gemeente stemt zo veel mogelijk af met instellingen waar kinderen veel tijd doorbrengen, zoals kinderopvang en scholen. Wij zorgen ook voor deskundigheidsbevordering bij opvang- en onderwijsprofessionals, onder andere om met ouders in gesprek te gaan over zorgwekkende signalen van en over hun kinderen. Waar nodig kunnen ouders en jeugdigen terecht bij de Jeugdteams voor hulp en ondersteuning. We stimuleren de vrijwillige ondersteuning van kwetsbare gezinnen door ‘maatjes’ gezinnen.

De preventieve inzet draagt er aan bij dat problemen vroegtijdig aan het licht komen en ouders en kinderen er makkelijker mee om kunnen gaan, maar ook dat minder kinderen in een onveilige situatie opgroeien, minder gezinnen met een ‘ondertoezichtstelling’ te maken krijgen en minder kinderen uit huis worden geplaatst. Naast de themabijeenkomsten worden trainingen en inloopspreekuren verzorgd om ouders en professionals te bereiken en ondersteunen.

De gemeente gaat de aanpak van ernstig, acuut en langdurig huiselijk geweld, seksueel geweld en kindermishandeling verbeteren. De regionale multidisciplinaire aanpak heeft als doel de vicieuze cirkel van geweld die van generatie op generatie voortduurt, te doorbreken en het aantal slachtoffers te verminderen. In de aanpak speelt Veilig Thuis een cruciale rol, samen met andere partners zoals het Centrum Seksueel Geweld. Hulpverleners gaan werken vanuit het uitgangspunt één gezin, één plan, één regisseur. Ook wordt ingezet op deskundigheidsbevordering bij organisaties, zoals scholen en sportverenigingen, om signalen van huiselijk geweld eerder op te vangen.

De gemeente heeft zes buitengewoon opsporingsambtenaar voor jeugd (JeugdBOA’s) in dienst om te voorkomen dat jongeren op straat te veel overlast veroorzaken of de grenzen van het toelaatbare overschrijden. Zij zijn er primair op gericht om delinquent gedrag te voorkomen en zijn bevoegd om in te grijpen als hun preventieve aanpak onvoldoende lukt.

Prestatie-indicator

Nulmeting

Realisatie
2016

Begroting
2017

Begroting
2018

Streef-
waarde

Bron

Aantal themabijeenkomsten opvoedondersteuning in en rond de Centra Jong

100

71

120

120

120

GGD Zaanstreek-Waterland

Zorgdragen voor opvoedondersteuning vanuit Centra Jong

Zorgdragen dat de Jeugdteams jeugdhulp bieden en zo nodig gespecialiseerde hulp inschakelen

Door middel van een leertraject met basisscholen en Jeugdteams vroegsignalering bevorderen

Uitvoeren van de Regio-aanpak Veilig Thuis 2015-2018 en vaststellen van een nieuw regionaal beleidskader voor 2019-2022

De samenwerking tussen JeugdBOA’s, Straathoekwerkers, Jongerenwerkers en Sociale Wijkteams verstevigen om jongeren zowel in groepsverband als individueel effectiever te ondersteunen bij hun ontwikkeling

Risico’s en beheersmaatregelen

Risico

Toelichting

Beheersmaatregel

Preventie bereikt niet iedereen die daar behoefte aan heeft.

Dit kan leiden tot meer hulpvragen bij Sociale Wijkteams en Jeugdteams, meer zorgvragen bij de specialistische hulp en eventueel escalatie van problemen.

De Sociale Wijkteams en Jeugdteams hebben oren en ogen in de wijk en houden een vinger aan de pols waar nodig. De integratie van de Centra Jong en Jeugdteams zorgt voor één voordeur voor ouders, verzorgers en ketenpartners. De relatie met de kinderopvangorganisaties en scholen intensiveren voor het bespreekbaar maken van opvoedings- en gezinsproblematiek. Daarnaast organiseren we bijeenkomsten over bijvoorbeeld opvoedondersteuning.

1.2 Gezond leven

De gemeente ziet de gezondheid van de Zaankanters als een groot goed en daarom stimuleren wij gezond gedrag met gezondheidsvoorlichting en preventieve voorzieningen. Als zich specifieke gezondheidsrisico’s voordoen voor de Zaanse bevolking, speelt de gemeenschappelijke gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) daar op in, onder andere in samenwerking met de Veiligheidsregio.

De gemeente benadert gezondheid zo veel mogelijk integraal. Dat betekent dat ook vanuit andere beleidsterreinen een bijdrage wordt geleverd aan het stimuleren van gezondheid. Zo wordt bij de inrichting van de fysieke omgeving rekening gehouden met de gezondheid van de inwoners. Ook sport speelt een belangrijke rol, omdat bewegen bijdraagt aan de fysieke gezondheid en het welbevinden van kinderen en volwassenen. Onderwijs is daarbij essentieel, als het gaat om gezonde voeding, water drinken en bewegingsonderwijs.

Een andere preventieve voorziening betreft de pilot suïcidepreventie. De regio Zaanstreek-Waterland is geselecteerd als pilot regio en het uitvoeringsplan bevat zowel maatregelen in de fysieke omgeving, gatekeeperstraining voor professionals en inwoners als ondersteuning voor mensen met depressieve of suïcidale gedachten.

In de Onderwijsagenda (zie programma 3) is gezondheid benoemd als speerpunt. De GGD geeft met het project Gezonde School uitvoering aan dit speerpunt. Het programma Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) dat de GGD in Zaanstad uitvoert, weet niet alleen steeds meer partners te binden aan het voorkómen van overgewicht, maar weet ook meer gezinnen te begeleiden waar al sprake is van overgewicht bij kinderen. Het kost tijd om de overgewichtcijfers bij jongeren te laten dalen, omdat het om een gedragsverandering gaat met effecten op de langere termijn. De huidige stabilisatie van de overgewichtcijfers is positief. Een andere manier om gezondheid van jongeren te bevorderen is door samen met sportclubs activiteiten voor de jeugd te organiseren.

Wij hebben samen met de verschillende partners en organisaties de ambitie uitgesproken dat ouderen zoveel mogelijk in de eigen wijk kunnen blijven wonen als ze ouder worden. Vanuit de 'strategische agenda rond ouder worden in Zaanstad’ leveren we – met de leefwereld van ouderen als vertrekpunt – diverse inspanningen om het langer zelfstandig wonen, een gezond leven en leefplezier te ondersteunen.

Wij spannen ons er gezamenlijk voor in dat Sociale Wijkteams, Jeugdteams, huisartsen en verpleegkundigen elkaar in de wijk over en weer weten te vinden vanuit het principe ‘één gezin, één plan, één contactpersoon’. Hierbij is de wijkverpleegkundige een belangrijke schakel tussen het medische en het sociale domein. In 2018 werken  we op basis van concrete samenwerkingsafspraken tussen wijkverpleging, huisartsen en Sociale Wijkteams, die in de tweede helft van 2017 zijn opgesteld.

Prestatie-indicator

Nulmeting

Realisatie
2016

Begroting
2017

Begroting
2018

Streef-
waarde

Bron

Aantal wijken waar de wijkverpleegkundige nauw samenwerkt met het Sociaal Wijkteam

n.v.t. want nieuwe functie

11

11

11

11

Periodieke Rapportages Sociale Wijkteams

De GGD heeft en behoudt het Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ) certificaat voor de uitvoering van alle bij haar belegde taken

n.v.t.

ja

Ja

Ja

Ja

GGD Zaanstreek-Waterland

Uitvoeren van het nieuwe gezondheidsbeleid 2018-2021, dat eind 2017/begin 2018 wordt vastgesteld

Doorontwikkeling van het jeugdgezondheidsbeleid, samen met de GGD, zorgverzekeraars en huisartsen

Voortzetting van de versterkte inzet op de aanpak Jongeren op Gezond Gewicht, gericht op het stabiel houden en op termijn laten dalen van het overgewicht onder jongeren

Sturen op de kwaliteit in de uitvoering van de wettelijk bij de GGD belegde taken (met name jeugdgezondheidszorg) en andere wettelijk verankerde gezondheidstaken

Uitvoeren pilot suïcidepreventie

Uitvoeren project Gezonde School vanuit de Onderwijsagenda door GGD

Op stedelijk en op wijkniveau uitvoering geven aan de acties uit de ‘strategische agenda rond ouder worden in Zaanstad’

Uitvoering geven aan de motie rond het VN-verdrag inzake de gelijke behandeling van mensen met een beperking. Zie ook programma 6

Risico’s en beheersmaatregelen

Risico

Toelichting

Beheersmaatregel

Onvoldoende afstemming tussen het medische en het sociale domein.

Dit leidt mogelijk tot onvoldoende maatwerk voor de inwoners van Zaanstad, extra doorverwijzingen en een versnipperd systeem.

Afspraken maken met zorgverzekeraars en de (coöperatie van) huisartsen om goede overdracht van gegevens en afstemming te waarborgen.

2 De kracht van wijkbewoners

Mensen in Zaanstad kunnen zelfstandig wonen en meedoen aan de samenleving. Helpen elkaar en krijgen waar nodig passende ondersteuning. Hierbij heeft de gemeente niet alleen oog voor de mensen met een hulpvraag, maar ook voor de inspanningen van mantelzorgers en vrijwilligers.

Effectindicator

Nulmeting

Realisatie
2016

Begroting
2017

Begroting
2018

Streef-
waarde

Bron

Percentage mantelzorgers dat aangeeft zwaar belast te zijn

4% (2013)

16%

12%

12

4%

Zaanpeiling

Percentage Zaankanters dat aangeeft voldoende contacten met anderen te hebben buiten werk, school of eigen huishouden

90% (2013)

87%

92%

92

92%

Zaanpeiling

Algemene beoordeling Sociale Wijkteams door cliënten

3,7 uit 5,0 (2014)

4,4 uit 5,0

4,0 uit 5,0

4,00 uit 5,00

4,0 uit 5,0

Cliëntervaringsonderzoek DSP-Groep

Algemene beoordeling Jeugdteams door cliënten

3,6 uit 5,0 (2014)

3,7 uit 5,0

4,0 uit 5,0

4,00 uit 5,00

4,0 uit 5,0

Cliëntervaringsonderzoek DSP-Groep

Om deze doelstelling te bereiken leveren we de volgende prestaties

2.1 Kracht van de wijkbewoners

De inwoners van Zaanstad wonen zo veel mogelijk zelfstandig thuis en doen mee in de maatschappij. De gemeente biedt ruimte aan initiatieven van inwoners en organisaties die daaraan bijdragen en zorgt voor een aanbod van vrij toegankelijke voorzieningen. Dat aanbod organiseren wij zoveel mogelijk dichtbij, in de wijk. Sommige specifiekere voorzieningen organiseren we op stedelijk niveau maar wel steeds in verbinding met de Sociale Wijkteams.

Inwoners met hulpvragen kunnen terecht bij de Sociale Wijkteams en Jeugdteams. Zij bespreken hulpvragen in een integraal keukentafelgesprek waarbij breed wordt gekeken naar problemen die een inwoner ervaart. Zij spreken een aanpak af, waarbij het doel is om de regie over het eigen leven te behouden of terug te krijgen. Hierbij spreken zij de eigen kracht aan van de bewoner en zijn of haar netwerk, en levert de gemeente waar nodig een maatwerkoplossing.

Naast het bieden van ondersteuning bij hulpvragen van inwoners, hebben de Sociale Wijkteams de opdracht om burgerkracht in hun wijken te ondersteunen, te versterken (waar mogelijk) en in te zetten  bij het oplossen van ondersteuningsvragen van wijkbewoners. Dit doen zij bijvoorbeeld door met vrijwilligers voorzieningen in de wijk op te zetten waar inwoners zonder indicatie aan kunnen deelnemen. Wij willen als gemeente lerend ontwikkelen en vragen ook van de professionals in onze stad om flexibiliteit en creativiteit bij het samen zoeken naar oplossingen en mogelijkheden met bewoners.

Alle mensen die bij de gemeente een uitkering aanvragen gaan op gesprek bij het Sociaal Wijkteam. Het Sociaal Wijkteam helpt mensen met vervolgstappen bij het vinden van werk. Wanneer dat (nog) niet mogelijk is helpt het Sociaal Wijkteam mensen om mee te doen via maatschappelijke participatie.  Het doel is dat meer mensen kunnen meedoen en waar mogelijk hun afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen. De middelen uit 'slim investeren' worden ingezet om deze aanpak ‘aan de voorkant’, om mensen zo snel mogelijk ondersteuning te bieden, mogelijk te maken.

In het voorjaar van 2017 is een brede evaluatie uitgevoerd rond het werken met Sociaal Wijkteams en Jeugdteams. Daarbij is gekeken wat er goed gaat, op welke punten verbetering nodig is en welke dilemma’s en oplossingsrichtingen er zijn rond die verbeterpunten. In 2018 worden de uitkomsten van de evaluatie uitgevoerd.

Prestatie-indicator

Nulmeting

Realisatie
2016

Begroting
2017

Begroting
2018

Streef-
waarde

Bron

Percentage jongeren met langdurige contacten met Jeugdteam dat aangeeft zelf verder te kunnen

Niet significant

37%

80%

40%

80%

Cliëntervaringsonderzoek

Percentage ouders met langduriger contacten met Jeugdteam dat aangeeft zelf verder te kunnen

72%

57%

75%

60%

75%

Cliëntervaringsonderzoek

Percentage respondenten met langduriger contacten met Sociaal Wijkteam dat aangeeft zelf verder te kunnen

61%

48%

64%

50%

65%

Cliëntervaringsonderzoek

Uitvoeren van de besluitvorming naar aanleiding van de evaluatie rond de Sociale Wijkteams en Jeugdteams

Blijven inzetten op preventie en de beweging 'naar de voorkant' met de middelen van 'slim investeren'

Versterken van de samenwerking tussen huisartsen, Jeugdteams en Sociale Wijkteams, mede in relatie tot de nieuwe werkwijze specialistische jeugdhulp

Uitvoering geven aan de samenwerkingsafspraken rond de wijkverpleging

Intensiveren van de samenwerking tussen Jeugdteams en het onderwijs, bijvoorbeeld door middel van de uitvoering van de in 2017 gestarte pilot voor jeugdhulp op school

Actief monitoren in welke mate Sociale Wijkteams en Jeugdteams doorverwijzen naar specialistische ondersteuning

In het kader van de Participatiewet inzetten op activering van inwoners met een (bijna) overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt via projecten in de wijken

Benutten, aanboren en versterken van netwerken in buurten en wijken

Op elkaar afstemmen van de verschillende cliëntervaringsonderzoeken in de jeugdhulp, voor beter vergelijkbare resultaten

Vergroten van de bekendheid van de mogelijkheid voor inwoners om zich te laten bijstaan door onafhankelijke cliëntondersteuning, en uitbreiden van deze cliëntondersteuning met ervaringsdeskundigen in de jeugdondersteuning

Inzetten op vroegsignalering en preventie van overbelasting van mantelzorgers, i.s.m. huisartsen, wijkverpleging en zorgverzekeraar. Daarnaast worden de mogelijkheden van respijtzorg, dagopvang en logeeropvang beter onder de aandacht gebracht

Risico’s en beheersmaatregelen

Risico

Toelichting

Beheersmaatregel

Het gebruik van specialistische jeugdhulp blijft hoog.

De route via de huisarts naar specialistische GGZ is vertrouwd voor zowel het onderwijs als ouders. Dit kan tot gevolg hebben dat de Jeugdteams niet goed in de positie komen zoals binnen de inkoopstrategie specialistische jeugdhulp is beoogd. Namelijk op basis van de context van het gezin binnen alle leefdomeinen resultaten formuleren en hierop eventueel een specialistische jeugdhulpaanbieder inschakelen die passend is om deze resultaten te behalen.

Een stevige samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente en huisartsen nastreven en meer investeren in de relatie tussen (zorgcoördinatoren in het) onderwijs en de Jeugdteams plus het monitoren van de verwijsstroom.

Zorgvragen nemen niet af door te weinig of overbelaste mantelzorgers en vrijwilligers.

De inzet van vrijwilligers en mantelzorgers is belangrijk bij het leveren van goede zorg op maat. Als zij onvoldoende beschikbaar zijn of overbelast raken, neemt het aantal zorgvragen aan de gemeente waarschijnlijk toe.

De Sociale Wijkteams en Jeugdteams benaderen de mantelzorgers actief en onderzoeken welke ondersteuning zij nodig hebben. Uit de evaluatie rond Sociale Wijk- en Jeugdteams komen ook verbeteringen rond het aansluiten bij netwerken in de wijk en stedelijk werkende vrijwilligersorganisaties.

3 Gespecialiseerde hulpverlening

De gemeente zorgt ervoor dat gespecialiseerde hulp op maat beschikbaar is voor die inwoners voor wie ondersteuning door het eigen netwerk, vrijwilligers, het Sociaal Wijkteam of Jeugdteam niet toereikend is. Zo kan iedereen, jong en oud, zo goed mogelijk mee doen in de samenleving en zo zelfstandig mogelijk wonen. Ook dan geldt het principe van één gezin, één plan, één contactpersoon.

Vanaf 2018 is de nieuwe werkwijze voor specialistische jeugdhulp van kracht. De nieuwe werkwijze beoogt meer integraliteit, regie bij de ouders en sturen op resultaat. Het gebruik van een perspectiefplan staat hierbij centraal.

Er ligt een wetsvoorstel Wet verplichte Geestelijke Gezondheidszorg (WvGGZ). Deze wet moet de Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) vervangen. Vermoedelijke ingangsdatum is het jaar 2019. De WvGGZ biedt meer mogelijkheden om te zoeken naar (ambulante) behandelmogelijkheden ter voorkoming van escalatie, overlast, geweld en criminaliteit. De WvGGZ betekent een uitbreiding van het takenpakket van de gemeente/Sociale Wijkteams. Hoewel de wet pas naar verwachting in 2019 van kracht zal gaan, zullen in 2018 wel al voorbereidingen hiervoor plaatsvinden.

Effectindicator

Nulmeting

Realisatie
2016

Begroting
2017

Begroting
2018

Streef-
waarde

Bron

Percentage Zaankanters met een maatwerkvoorziening dat aangeeft zichzelf beter te redden

n.v.t.

80%

80%

80%

80%

Cliëntervaringsonderzoek WMO

Jongeren met jeugdhulp (percentage jongeren tot 18 jaar)

n.v.t.

8,5%

n.v.t. (BBV)

n.v.t. (BBV)

-

CBS

Cliënten met een maatwerkarrangement Wmo (per 10.000 inwoners)

n.v.t.

n.n.b.

n.v.t.(BBV)

n.v.t. (BBV)

-

GMSD

Om deze doelstelling te bereiken leveren we de volgende prestaties

3.1 Specialistische hulp voor wie zelfstandig/thuis woont

De gemeente zorgt ervoor dat specialistische hulp beschikbaar is en contracteert daarvoor in regionaal verband zorgaanbieders. Dit gebeurt binnen de door de raad vastgestelde uitgangspunten zoals keuzevrijheid voor de cliënt en ruimte voor diversiteit van aanbieders: zowel grote als kleine en zowel bestaande als nieuwe. Ook kunnen mensen kiezen voor een persoonsgebonden budget, wanneer zij in staat zijn om dit zelfstandig te beheren. De specialistische hulp wordt ingeschakeld door het Sociaal Wijkteam of Jeugdteam. Het gaat om verschillende vormen van ondersteuning, zoals:
·   Maatwerkvoorzieningen op grond van de Wmo. Hiermee zijn mensen in staat langer zelfstandig te wonen en te functioneren wanneer de algemene voorzieningen vanuit de Sociale Wijkteams niet toereikend zijn. Het gaat om arrangementen op maat die bestaan uit elementen van bijvoorbeeld individuele begeleiding, groepsbegeleiding, dagbesteding en hulp in het huishouden. In 2018 komt een nieuwe aanbestedingsprocedure voor de regionale inkoop van Wmo-ondersteuning per 2019. Uitgangspunt blijft een samenhangend breed aanbod van resultaatgerichte Wmo-dienstverlening, waarbij we meer inzetten op kwaliteit van de aanbieders en vereenvoudiging van de werkprocessen.  
·   Specialistische jeugdhulp op grond van de Jeugdwet. Jeugdteams bieden ondersteuning en behandeling voor ouders en kinderen, en kunnen als dit nodig is specialistische jeugdhulp inzetten. Met de nieuwe inkoop wordt aanbieders gevraagd om resultaat te behalen. Dit betekent geen specifieke trajecten, maar doen wat nodig is, dichtbij het gezin en met de betrokkenen die relevant zijn voor het behalen van het resultaat. De hulp is op maat. We vragen aanbieders om desnoods onderaanbieders in te zetten om het gewenste resultaat te behalen. Het Jeugdteam speelt een belangrijke rol als regisseur als ouders dit niet zelf kunnen.
·   Specialistische hulp voor mensen met ernstige problemen die zelf niet tijdig hulp (kunnen) zoeken en voor wie verwaarlozing of achteruitgang dreigt. Het tijdig en zorgvuldig oppakken van signalen maakt dat de situatie weer beheersbaar wordt.

Samen met partners in de stad werken we aan de uitvoering van het onderdeel 'langer zelfstandig thuis wonen' van de Woonvisie (zie programma 4). Onder meer vanuit de 'strategische agenda rond ouder worden in Zaanstad' spannen we ons in om ouderen te ondersteunen bij het langer zelfstandig wonen. Daarbij voeren we de volgende activiteiten uit: het maken van wijkanalyses rond ouder worden in de wijk, communicatie met ouderen over langer zelfstandig thuis wonen, onder meer in de vorm van wijkgesprekken, het zoeken naar mogelijkheden voor nieuwbouw voor (geclusterd) wonen voor ouderen, en het in samenwerking met zorgaanbieders, zorgverzekeraar en woningcorporaties transformeren van verzorgingshuizen naar nieuwe verzorgd wonen concepten. Ook streven we naar een goede spreiding van woonzorgconcepten voor als het niet langer zelfstandig gaat. Dat geldt ook voor andere kwetsbare inwoners, zoals mensen met een psychiatrische achtergrond.

Sturen op resultaat via de contracten met zorgaanbieders, zodat zij hun dienstverlening beter aansluiten op de vraag van de inwoners in de wijken

Zorgdragen voor continuïteit in de ondersteuning aan jongeren tussen 16 en 23 jaar (ondanks de leeftijdsgrens van 18 jaar in sommige regelgeving)

Doorontwikkelen van brede integrale GGZ-aanpak waardoor de bestaande en nieuwe voorzieningen beter op elkaar worden afgestemd ten behoeve van de doelgroep, ook samen met zorgkantoor/zorgverzekeraar

Doorlopen van de aanbesteding voor de regionale inkoop van Wmo-ondersteuning

Zorgen voor een helder proces rond het persoonsgebonden budget (PGB) Jeugd en Wmo, in lijn met de landelijke ontwikkelingen rond PGB’s

Uitvoering geven aan de strategische agenda rond ouder worden in Zaanstad

Voorbereiden implementatie van de mogelijke nieuwe wet verplichte Geestelijke Gezondheidszorg

Risico’s en beheersmaatregelen

Risico

Toelichting

Beheersmaatregel

De mate van doorverwijzing door Sociale Wijkteams en/of Jeugdteams naar specialistische hulp komt niet overeenkom met de werkelijke ondersteuningsbehoefte ('te weinig' of 'te veel' doorverwijzing).

De teams zijn erop getraind om ondersteuningsbehoeften te herkennen en in te kunnen schatten welke ondersteuning nodig is. Het kan zijn dat zij die inschatting niet altijd goed maken, of dat mensen met een ondersteuningsbehoefte niet in beeld komen bij het wijkteam. Zeker in het jeugdhulpstelsel vanaf 2018 is het maken van de juiste match tussen te behalen resultaten voorvloeiend uit de zorgvraag van het gezin/jeugdige en het traject van een zorgaanbieder essentieel, omdat de inhoud en tarieven erg verschillend zijn.

Monitoring van doorverwijzingen naar specialistische ondersteuning. Deskundigheidsbevordering via leertraject en casusbesprekingen. Alert zijn op signalen vanuit bijvoorbeeld specialistische zorgaanbieders.

3.2 Specialistische hulp voor wie (tijdelijk) niet zelfstandig/thuis woont

De gemeente biedt ondersteuning om mensen op te vangen die niet zelfstandig thuis kunnen wonen of dakloos zijn. Voor een deel is deze ondersteuning tijdelijk en erop gericht mensen te laten uitstromen naar een zelfstandige woning en weer zelfstandig te laten meedoen in de samenleving. Voor kwetsbare jongeren die zelfstandig willen gaan wonen, is er begeleiding. Ook betreft het de opvang van vrouwen die slachtoffer zijn van geweld thuis en de opvang van dak- en thuislozen. Daarnaast gaat het om kinderen die onder toezicht gesteld zijn of uit huis zijn geplaatst als gevolg van justitiële beslissingen. Ook bestaat de mogelijkheid van zelfstandig of beschermd wonen voor die mensen voor wie een meer permanente vorm van woonbegeleiding noodzakelijk is. Met de vaststelling van de Regiovisie Kwetsbare Burgers met Multiproblematiek hebben we een nieuwe koers ingezet, die in lijn is met het advies van de landelijke commissie op dit gebied. Dat betekent dat we ernaar streven dat ook mensen met een psychiatrische achtergrond meer in de wijk kunnen wonen met begeleiding, en dat beschermd wonen alleen is voor wie dat echt nodig heeft. Daarbij letten we goed op de relatie met andere bewoners in de wijk.

Matchen van vraag en aanbod bij wonen en zorg voor kwetsbare groepen

Bevorderen dat minder kinderen in instellingen wonen. Als kinderen niet thuis kunnen blijven, bevorderen dat zij in een gezinssetting kunnen wonen

Uitvoeren van de Regiovisie Kwetsbare Burgers met Multiproblematiek

Realiseren van een woonvoorziening voor overlastgevende verslaafde mensen met multiproblematiek (een zogenaamde Domus)

Realiseren van een voorziening voor zwerfjongeren

Risico’s en beheersmaatregelen

Risico

Toelichting

Beheersmaatregel

Het risico bestaat dat het beroep op woonvoorzieningen toeneemt.

Voor volwassenen, met name in kwetsbare groepen, kan het beroep op woonvoorzieningen met ondersteuning toenemen. Dit als gevolg van het rijksbeleid, dat mensen meer/langer zelfstandig wonen (extramuralisering).

Organiseren van een Instroomtafel waar vanuit de Sociale Wijkteams casuïstiek Beschermd Wonen wordt ingebracht. Aan de instroomtafel doen de zorgaanbieders mee. Doel: passende oplossing in de ondersteuningsbehoefte van de cliënt.
Samen met Sociale Wijkteams en zorgaanbieders meer inzetten op ambulante oplossingen in de thuissituatie.

Onvoldoende pleeggezinnen beschikbaar voor jeugdigen die (tijdelijk) niet in gezinssettingen kunnen wonen.

Voor kinderen met specifieke problematiek en leeftijd (met name pubers) is het vaak veel lastiger om pleeggezinnen te vinden. In Zaanstad hebben we wel relatief veel pleeggezinnen, maar niet voor alle categorieën jeugdigen.

Samen met specialistische jeugdhulpaanbieders optrekken om verschillende vormen van pleegouderschap (bijv. weekendpleegzorg) beter onder de aandacht te brengen en te waarderen en stimuleren dat er meer ‘gezinshuizen’ in Zaanstad komen.

4 Armoede opgave

De gemeente Zaanstad streeft ernaar dat iedereen naar vermogen en op eigen wijze kan participeren in de Zaanse samenleving. Een belangrijke opgave is om met bewoners, organisaties, ondernemers en initiatiefnemers in de wijk armoede onder Zaanse huishoudens zo veel mogelijk te voorkomen, terug te dringen of te stabiliseren. Bewoners die armoede of sociale uitsluiting ervaren, kunnen zo de regie over hun leven weer oppakken.

Armoede staat nooit op zichzelf en gaat vaak gepaard met problematiek die we ook tegenkomen in maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp en participatie. De Visie op de Armoedeopgave sluit daarom ook aan bij de visie op de drie decentralisaties. De nadruk ligt hierbij op het voorkomen van armoede, het activeren naar werk en gerichte ondersteuning waar nodig. Hierbij laten we bestaande normen en criteria los ten behoeve van maatwerk en doelmatigheid, waarbij we kijken naar de geleverde maatschappelijke bijdrage en opbrengsten van die activiteiten.

Effectindicator

Nulmeting

Realisatie
2016

Begroting
2017

Begroting
2018

Streef-
waarde

Bron

Percentage huishoudens met een inkomen tot 110% van het wettelijk sociale minimum

8% (2014)

n.v.t.

7%

7%

6%

Armoedemonitor Zaanstad

Percentage kinderen in de leeftijd tot 18 jaar dat opgroeit in de verschillende groepen die tot de minimapopulatie behoren

10% (2014)

n.v.t.

9%

9%

8%

Armoedemonitor Zaanstad

Aantal kinderen in een uitkeringsgezin

5,6% (2012)

-

n.v.t. (BBV)

n.v.t. (BBV)

-

Verwey Jonker – Kinderen in Tel

Te weinig sociaal contact

12% (2014)

12%

11%

10%

10%

Wijkmonitor (Zaanstad in Cijfers)

Inwoners die minder goed kunnen rondkomen van het inkomen

20,6% (2014)

16,7%

16%

15%

15%

Zaanpeiling (Zaanstad in Cijfers)

Inwoners die slecht kunnen rondkomen van het inkomen

5,7% (2014)

4,7%

5,5%

5%

5%

Zaanpeiling (Zaanstad in Cijfers)

Om deze doelstelling te bereiken leveren we de volgende prestaties

4.1 Uitvoeren armoedebeleid

De afgelopen jaren is sterk ingezet op het beter en tijdig bereiken van mensen met problematische schulden. Gelijktijdig werkten we aan ontschotting van de minimaregelingen om zo beter aan te sluiten bij de leefwereld van inwoners. In het beleid Schulddienstverlening geven we meer ruimte aan de professional om maatwerk te leveren en preventieve ondersteuning te bieden bij het voorkomen van problematische schulden. We werken nu samen met de Sociale Wijkteams en maatschappelijke partners aan de implementatie van deze aanpak, zodat het goed ingebed wordt in de reguliere manier van werken.

Speciale aandacht blijft voor kinderen in armoede. De gemeente staat voor gelijke kansen voor kinderen en wil de cirkel waarbij armoede van generatie op generatie wordt doorgegeven, doorbreken. Kinderen moeten mee kunnen gaan op schooluitjes, naar sportverenigingen en naar culturele activiteiten (via het project Meedoen). Daarnaast zet de gemeente de Zomerschool voor kinderen met een taal- en kennisachterstand voort. De gemeente wil de innovatieve kracht van kinderen en jongeren structureel blijven benutten en gaat de mogelijkheden om in gesprek te gaan uitbouwen, via scholen en de Jeugdteams. Ook krijgt de Zaanse kinderombudsman hier een rol in.

Werk is een belangrijke weg om uit de armoede te komen. De gemeente wil in haar inkomens- en minimabeleid inwoners activeren om weer aan het werk te gaan. Met aanpassingen in het minimabeleid voorkomen we de armoedeval en bieden we een bredere doelgroep passende ondersteuning om uit te armoede te geraken.

Sinds maart 2016 is gemeente Zaanstad, naast vier andere gemeenten en drie ministeries, deelnemer aan de City Deal. De deal moet leiden tot nieuwe manieren van ondersteuning voor kwetsbare gezinnen, waarbij een integrale aanpak van de ondersteuning centraal staat. Hierbij moet niet de regeling of het type zorg het uitgangspunt zijn. Of de City Deals in 2018 doorgaan is onder andere afhankelijk van de prioriteiten van het nieuwe kabinet.  

Samen met de Sociale Wijkteams het beleid rondom minimaregelingen en schulddienstverlening doorontwikkelen

Bevordering van deskundigheid bij de Sociale Wijkteams en Jeugdteams, onder meer om schulden tijdig te herkennen en bespreekbaar te maken

Samen met de Sociale Wijkteams en maatschappelijke partners ontwikkelen van nieuwe handelingsperspectieven op het gebied van vroegsignalering van schulden en voorkomen van problematische schulden

Ontwikkelen van de werkwijze van de Zaanse kinderombudsman

Samen met kinderen werken aan plannen gericht op het bespreekbaar maken van (sociale) armoede onder kinderen en slimme oplossingen voor kinderen in armoede

Risico’s en beheersmaatregelen

Risico

Toelichting

Beheersmaatregel

Onvoldoende capaciteit, kwaliteit en deskundigheid bij de Sociale Wijkteams en Jeugdteams en backoffice.

De Armoedeopgave doet een groeiend beroep op kennis en vaardigheden van de wijkteams.

Vereenvoudiging van regelgeving / toegang.
Heldere positionering, afstemming en ondersteuning van en door wijkteams.
Deskundigheid van de Sociale Wijkteams en Jeugdteams bevorderen door middel van opleiding.
Regelmatige benchmark tussen de teams, zodat ze van elkaar kunnen leren.

Wet- en regelgeving ingericht op rechtmatigheid.

We willen naar meer maatwerk voor minima, maar stuiten vaak op wet- en regelgeving die dit niet mogelijk maken.

We experimenteren met nieuwe werkwijzen (schuldenproblematiek, budget maatwerkondersteuning) om de grenzen van doelmatigheid en rechtmatigheid te onderzoeken.
We zijn in gesprek met ministeries, rond Agenda Stad en Experimenteerwet en we werken hierin samen met andere gemeenten en maatschappelijke partners.

Schaamte en frustratie versus vroegsignalering en preventie.

Bij nadruk op vroegsignalering en preventie is er nog geen grondslag  om ons met huishoudens te bemoeien. Vanwege het schaamtegevoel en frustratie kan dit een flinke botsing opleveren tussen systeem- en leefwereld.

We werken transparant en nodigen veel betrokkenen uit om samen met ons het beleid vorm en inhoud te geven.
We geven aan dat we iedereen nodig hebben. Dit levert begrip op voor het proces.
We onderzoeken in hoeverre de inzet van ervaringsdeskundigen kan bijdragen aan een betere aansluiting tussen systeem- en leefwereld.

Perverse prikkels.

Door het loslaten van normen en criteria kan een aanzuigende werking op beleid en voorzieningen ontstaan, terwijl bij maatwerkondersteuning onvoldoende nadruk kan liggen op activering naar werk (uit de armoede).

De gemeente wil oplossingen niet zoeken in nieuwe normen of uitsluitingscriteria, maar zich meer richten op het monitoren van plannen en effecten (maatschappelijk rendement).

Lasten incl. toevoegingen2018201920202021
Originele begroting 2017–2020110.837111.344111.918113.124
Structurele effecten Burap175175175175
-477-807-820-819
Beginstand begroting 2018–2021110.837111.344111.918113.124
3.4213.4223.8123.828
760760760760
512508547547
0000
Totale lasten begroting 2018–2021115.228115.403116.392117.615
Baten incl. toevoegingen2018201920202021
Originele begroting 2017–2020-4.048-4.048-4.048-4.048
Structurele effecten Burap0000
410410410410
Beginstand begroting 2018–2021-4.048-4.048-4.048-4.048
-293-293-293-293
0000
Totale baten begroting 2018–2021-3.931-3.931-3.931-3.931